Interview: Sara Van der Zande
Marijke Van Hassel
Jaarlijks organiseren we, enkele weken voor de zomervakantie begint, ons netwerkmoment Lasso 'Connect & Reflect'. Tijdens deze activiteit verzamelen we professionals en vrijwilligers uit diverse sectoren voor een namiddag vol gesprekken, workshops en uitwisseling rond een specifiek thema. Dit jaar is het thema 'Participatief werken & co-creatie'. In aanloop naar het event interviewen we mensen die ervaring hebben met de materie, zoals Sara Van der Zande. Sara is actief bij TransfoCollect, waar ze de productiebegeleiding op zich neemt. Daarnaast is ze freelance kunstenaar en zet ze artistieke en co-creatieve projecten op poten.
Lasso: Heb je ervaring met participatieve projecten?
Sara: Bij JES vzw ben ik 4,5 jaar jeugdwerker cultuur geweest. Één van de grootste verwezenlijkingen was het BIG in BXL-festival, een multidisciplinair participatief festival voor jongeren van 13 tot ongeveer 20 jaar, dat we ook mét hen vormgaven. Aanvankelijk was het idee om elke twee jaar een festival te organiseren maar, buiten de covid-pandemie gerekend, is het de eerste drie jaar jaarlijks doorgegaan. Het is ook het grootste participatieve project waar ik bij betrokken ben geweest, met een waaier aan disciplines: van dans tot theater, muziek, DJ, beeldende kunsten... We bereikten er, de drie edities en de residenties samengeteld, meer dan tweehonderd jonge artiesten mee.
Deed je dit helemaal alleen of werkte je samen met partners?
BIG in BXL is eigenlijk een vervolg op Kunstbende, een kunstwedstrijd voor jongeren. Dat initiatief is bekend in heel Vlaanderen en werd georganiseerd door Villanella. JES vzw was sinds jaar en dag organisator van de Brusselse variant van de Kunstbende in samenwerking met de Beursschouwburg. Die samenwerking met de Beursschouwburg is ook blijven duren tijdens BIG in BXL. En wat later klopte de Ancienne Belgique (AB) zelf aan om ook partner te worden in het verhaal. We haalden het wedstrijdelement uit het concept en maakten het meer Brussels en toegankelijker voor allerlei soorten jonge artiesten, vooral voor degenen zonder formele kunstopleiding.
Doe je momenteel nog iets waar participatie bij komt kijken?
Ja, bij TransfoCollect, het collectief voor podiumkunsten waarin ik actief ben. We bestaan voor jongeren vanaf ongeveer zestien jaar, maar in de praktijk zijn het voornamelijk 20-plussers uit allerlei verschillende culturen die zich artistiek willen ontplooien. We werken met ateliers tijdens het jaar, maar ook met werkweken en voorstellingen. Die vinden vooral plaats in de vakantie, de voorstelling in de zomerperiode. Als kunstenaar ben ik actief binnen de domeinen Improvisatie, Beeldende kunst en Theater. Mijn focus gaat onder andere naar co-creatie en het gebruik van de publieke ruimte.
Kom altijd uit je kot! Je kan er niet van uitgaan dat jongeren zelf naar jou toe zullen komen. Ga ernaartoe en wees niet bang om hen aan te spreken.
- Sara Van der Zande
Hoe bereik je jongeren om mee te stappen in zo'n artistiek project?
Hiervoor grijp ik vaak terug naar mijn ervaringen bij BIG in BXL. In eerste instantie maak je best een onderscheid in leeftijd tussen de jongeren. Het bereiken van een 14- of 15-jarige vergt namelijk een heel andere aanpak dan bij een 16-plusser.
De Brusselse 14- of 15-jarige leeft nog erg onder de vleugels van ouders, school, sport- of andere vrijetijdsverenigingen... Om hen te bereiken ga je dus best via deze organisaties of via hun sleutelfiguren- of vertrouwenspersonen.
16-plussers creëren al meer hun eigen persoonlijk netwerk. Die netwerken zijn vaak informeler, onder gelijkgezinden; in kleinere groepjes bewegen ze zich door de stad. Zijn ze gepassioneerd door kunst en cultuur, dan uit dat zich bijvoorbeeld in samenkomen op publieke plekken om er te rappen, naar muziek te luisteren, te dansen, video’s te maken, etc…. Het samenzijn is erg belangrijk en primeert soms zelfs op wat ze aan het doen zijn.
Zijn ze wat ouder en hebben ze een talent of passie voor een bepaalde kunstdiscipline, dan willen ze daar ook in serieus genomen worden. Ik veralgemeen nu wel een beetje, maar dat is in grote lijnen mijn ervaring met deze leeftijden. Als je hen wil bereiken en engageren, dien je hier dus ook rekening mee te houden.
Je gaat dus zelf actief op zoek naar jongeren?
Ja, kom altijd uit je kot! Je kan er niet van uitgaan dat ze naar jou toe zullen komen. Onderzoek waar de jongeren zijn die je wil bereiken. Of dat die 14-jarige is via zijn sportvereniging of de iets oudere jongeren die samenkomen na school, in parken, in stations of op de Kunstberg... Ga ernaartoe en wees zeker niet bang om hen aan te spreken.
Je dient je erg bewust te zijn van welke privileges je hebt en welke groep je zelf representeert. Ik lijk eerder op een middenklasse Dansaertvlaming, niet op de doorsnee Brusselse jongere die ik wil bereiken.
- Sara Van der Zande
Had je een bepaalde doelgroep voor ogen bij BIG in BXL?
We wilden voornamelijk jonge Brusselse kunstenaars bereiken die ‘niet formeel geschoold’ waren. Dus niet diegenen die een kunstopleiding of kunsthumaniora volgden, maar zij die in hun vrije tijd zelf een bepaald artistiek talent ontwikkelden. Die vanuit hun thuissituatie of directe omgeving niet altijd de juiste ondersteuning kregen die ze zochten, of het juiste platform om hun talenten te tonen. Via kunstacademie of artistieke opleidingen krijgt je vaak al een podium of platform aangeboden. Daarbuiten vallen soms jongeren vaak uit de boot. Zij konden dan bij het festival terecht.
Heb je specifieke acties ondernomen om hen te bereiken?
Uiteraard. Zelf ben ik wit, Nederlandse en 39 jaar oud. Ik representeer de doelgroep die ik wil bereiken dus helemaal niet. Daar dien je je erg bewust van te zijn, nl. welke privileges je hebt en welke groep je zelf representeert, in mijn geval lijk ik dus eerder op een middenklasse Dansaertvlaming, niet op de doorsnee Brusselse jongere.
Daar begon mijn zoektocht dus, bij wie de doelgroep juist representeerde die ik wou bereiken. Zo kwam ik bij Lowkey Radio (nu Boss Records, nvdr) terecht. Zij zochten een manier om nieuw, jong Brussels muzikaal talent te ontdekken en hen een platform te bieden. Bij Bledarte vond ik dan weer meer aanknopingspunten rond beeldende kunst en de representatie van jonge vrouwelijke artiesten met een migratieachtergrond. Zij waren een collectief van vijf jonge vrouwen, elk met andere roots, die bezig waren met tentoonstellingen, debatten, dj'en…. Die twee organisaties waren mijn klankbord om het festival inhoudelijk vorm te geven en het publiek te bereiken. Ik plaatste mezelf op de achtergrond en deed de omkadering vanuit de coulissen, met hun input.
Bij de opstart van BIG in BXL zijn we met een soort reizend podium door Brussel getrokken. We gingen naar buurtfeesten, recepties, stonden op de autoloze zondag, hielden een open podium... Op die manier kregen we al wat voeling met jonge artiesten en konden we jongeren aanmoedigen om deel te nemen aan het festival. Behalve wat naamsbekendheid en herkenning is daar niet veel uitgekomen, de netwerken van Lowkey en Bledarte werkten veel beter.
Mensen vragen soms wat mijn geheim is. Ik denk dat het de intrinsieke interesse is om jonge mensen te leren kennen, zien hoe ze de dingen aanpakken en om samen te werken. Als je geen oprechte interesse hebt, dan moet je het gewoon niet doen.
- Sara Van der Zande
Je gaf al enkele voorbeelden, maar zijn er plaatsen waar je die jongeren kan vinden, naast de kleinere netwerken waarin ze actief zijn?
Op allerlei plekken in de stad. Er zijn grote woonblokken, dichtbevolkte plekken rond middelbare scholen... Er zijn andere initiatieven die de jongeren van de buurt al bereiken. De kunst is om de stap te durven zetten om met hen in gesprek te gaan. Begin misschien met die paar jongeren die je wél al kent. Zo kende ik 2 gasten via Urban Center. Op een moment toonde ik interesse en ging met hen in gesprek. Bleek dat ze artistiek zeer actief waren, zelf danslessen gaven etc… Mensen vragen mij soms: wat is je geheim? Dan denk ik dat het de intrinsieke interesse is om die jonge mensen te leren kennen, te willen weten waarom ze doen wat ze doen. Ik vind het erg interessant om te zien hoe ze de dingen aanpakken en om samen te werken. Als je geen oprechte interesse hebt in de manier waarop zij artistiek een verhaal brengen, dan moet je het gewoon niet doen.
Hoe motiveer je hen? Hoe zorg je ervoor dat ze niet afhaken?
Als je hen een platform biedt, vertrouwen geeft, geïnteresseerd blijft én samen creëert, dan hoef je hen niet te motiveren of enthousiast te houden. Dan blijft het enthousiasme omdat ze de kans krijgen om zelf iets te ontwikkelen. Er zijn veel Brusselse jongeren op zoek naar een opportuniteit of ondersteuning om iets te creëren of te kunnen tonen. Uiteraard zijn er deelnemers die andere zaken toch net iets belangrijker gaan vinden en dan afvloeien, maar dat is de realiteit. Hun leven is volop in verandering.
Ik probeer de juiste context te creëren, en dat betekent continu aanpassen: je eigen positie als organisatie of organisator en je relatie tot de jongeren blijven evalueren en bijsturen. Soms moet je ook schakelen tussen verschillende rollen. Dan eens was ik jeugdwerker, op een ander moment wat meer artiest, soms een beetje psycholoog of af en toe ‘tante’ of ‘zus’. En dan weer ben je politieagent of schooldirecteur. In zulke trajecten moet je kunnen wisselen tussen de duizend-en-één petjes, dat heb je nodig om de context levend te houden en er een vertrouwde veilige plek van te maken. Want als die veilige plek er niet is, dan komt er niets uit.
Wat zie jij als verklaring, als het toch wat minder goed loopt of als jongeren afhaken?
Ik denk dat het voor jongeren tussen 15 en 17 jaar gewoon moeilijk is om een echt engagement aan te gaan. Ze denken vaak op kortere termijn, langere trajecten zijn daardoor moeilijker.
Verder stimuleer ik hen ook om iemand mee te brengen die ze goed kennen. Dat helpt om de drempelvrees van de eerste keren tegen te gaan. Die personen hoeven niet eens interesse te hebben in het artistieke, maar het is natuurlijk wel leuk als dat we zo is. Zo was er een jonge gast van 16 jaar die graag zijn lief wou meebrengen. Zelf ging hij een gedicht voordragen, bij haar ben ik gaan polsen wat ze wou doen, iets op het podium of achter de schermen... Zo geraakte ze ook betrokken bij het festival en voelde hij zich sterk en op z’n gemak.
Afspraken maken is niet altijd evident, maar op sommige momenten is aanwezigheid wel cruciaal. Als iemand dan niet aanwezig kan zijn, dan moet die persoon op voorhand naar mij communiceren en andere afspraken maken. Daar gaven we altijd meerdere kansen. Soms moet ik dan ook zeggen: sorry, nu zit het programma vol, je bent te laat, je hebt me niet gecontacteerd."
Je moet zeker grenzen durven stellen. Als een bepaalde afspraak die je misschien zelfs samen vastlegde niet nagekomen wordt, kan je zeker de lijn trekken. Je geeft hiermee ook aan dat zij als artiest of participant ook verantwoordelijkheden hebben en een engagement moeten tonen.
Zijn er bepaalde zaken die het proces bemoeilijken of waar je minder vat op hebt?
Ja, dat is en blijft altijd communicatie. Zowel tussen ons en de jongeren als omgekeerd, zeker als het gaat om afspraken maken. (Het is een chronisch probleem: net die doelgroep die we met ons project wilde bereiken, worden vaak geconfronteerd met een resem aan problemen. Problemen waarvoor je zelf een dikke huid moet hebben om erover te durven doorvragen, of ze te durven bespreken. Ik heb bijvoorbeeld wel gewerkt met jongens die op jonge leeftijd alleen naar België zijn gekomen. Als je daarmee in de opnamestudio werkt of een optreden voorbereid komen er soms wel zware emoties en verhalen naar boven.
Hield je nog contact met de jongeren eens het project afgelopen is?
Het project loopt eigenlijk door, het festival is een momentopname. Maar met de meeste jongeren hielden we het hele jaar door contact. Er waren ook gezellige momentjes waarop we samenkomen voor een open podium, en een evaluatie met pizza erbij. Tijdens die informele momenten polste ik wat er bij hen leeft, evalueren we of denken we na over een volgende activiteit. Binnen JES was er dus ook nog de studio waar jongeren opnames konden maken. Soms deden ze beroep op ons voor coaching in het schrijven van subsidiedossiers. Zo konden we hen ook op andere vlakken ondersteuning aanbieden of doorverwijzen naar partners uit ons netwerk.
Wanneer was een project voor jou en de organisatie geslaagd?
Als de artiesten het idee hebben dat ze op een veilige, leuke, ondersteunde manier hun eigen artistiek verhaal hebben kunnen presenteren en daar zelf trots op zijn, enthousiast zijn en dat dan ook verder uitdragen naar hun netwerk. Als organisatie wilden we meegeven dat hun artistiek verhaal de moeite waard is om een platform te krijgen. Er was ook aandacht voor hun welzijn, het gewaardeerd voelen en het creëren van die veilige context. Daarnaast focuste ik me ook erg op het artistiek inhoudelijke. Ik wil hen behandelen als jonge artiesten, zodat ze ook op inhoudelijk vlak groeien en gevalideerd worden.